SCPI of verhuurvastgoed: welke investering levert in 2025 het meeste op?

Eerlijk ? Als je in 2025 nog wat spaargeld op je rekening laat staan, dan verlies je gewoon geld. Inflatie knabbelt eraan, de rente blijft grillig, en de vastgoedmarkt… tja, die lijkt soms meer op een achtbaan dan op een veilige haven. Dus logisch dat steeds meer mensen zich afvragen : SCPI of klassiek verhuurvastgoed, wat brengt écht het meeste op ? Laten we het even uitpluizen, zonder al te veel bla bla.

Ik kwam onlangs op https://www.investir-en-scpi.eu terecht, een site die alles uitlegt over deze beleggingsfondsen in vastgoed. En eerlijk, het verraste me. Want veel mensen denken nog steeds dat “echte stenen” – een appartement in Rotterdam of een huis in Utrecht – per definitie beter rendeert dan een SCPI (Société Civile de Placement Immobilier, zeg maar de Franse versie van vastgoedfondsen). Maar dat beeld begint te kantelen.

SCPI: passief inkomen zonder stress (of bijna)

Een SCPI is eigenlijk een fonds dat vastgoed koopt, verhuurt en beheert voor jou. Jij koopt een stukje van dat fonds, en elke maand of kwartaal krijg je een deel van de huurinkomsten. Klinkt saai ? Misschien. Maar het werkt. In 2025 ligt het gemiddelde rendement van de beste SCPIs rond de 4,5 à 6% netto. Zonder dat je een lekkend dak moet herstellen of ruzie hebt met een huurder die niet betaalt.

Ik ken iemand – laten we hem Erik noemen – die twee jaar geleden 50.000 euro in een SCPI stak. Hij krijgt sindsdien elk kwartaal netjes zijn dividenden, en zijn enige “beheer” bestaat uit het openen van zijn mailbox. Geen telefoontjes van huurders, geen zorgen over energielabels of gemeentelijke regels. Dat comfort, daar betaal je een beetje voor (beheer- en instapkosten), maar het weegt vaak niet op tegen de stress van klassiek vastgoedbeheer.

Verhuurvastgoed : hogere winst, maar met meer kopzorgen

Aan de andere kant… er is iets magisch aan een pand bezitten. Een appartement in Amsterdam-Noord dat elk jaar in waarde stijgt, huur die elke maand binnenkomt, en de trots van “dit is van mij”. Maar die romantiek kan snel verdampen als je in 2025 een nieuwe boiler moet plaatsen, of als de huurder vertrekt en je drie maanden leegstand hebt.

Toch, als je het slim aanpakt, kan klassiek vastgoed nog steeds een mooi rendement opleveren. Met een goede ligging, slimme renovatie en correcte huurprijs kan je 5 à 7% netto halen. Maar… dat is alleen als alles meezit. Hypotheekrente, belastingen op huurinkomsten, onderhoud – het tikt allemaal aan. En sinds de nieuwe regels rond huurprijzen is het minder makkelijk om hoge rendementen te halen in de vrije sector.

2025: wat is de beste keuze ?

Franchement ? Het hangt af van je profiel. Ben je iemand die graag de controle houdt, die geniet van cijfers, verbouwingen en onderhandelen ? Dan blijft verhuurvastgoed interessant. Maar als je meer passief wil beleggen, zonder elke maand gedoe, dan lijkt SCPI in 2025 gewoon de no-brainer.

Wat ik persoonlijk zie gebeuren : steeds meer investeerders combineren beide. Een beetje SCPI voor de stabiliteit, en één of twee fysieke panden voor de meerwaarde op lange termijn. Zo spreid je het risico én het plezier. Want laten we eerlijk zijn : er gaat niets boven de geur van vers geverfde muren in je eigen appartement.

Conclusie : rendement is meer dan een percentage

Dus, SCPI of verhuurvastgoed ? Het antwoord is niet zwart-wit. SCPI biedt rust en voorspelbaarheid, terwijl klassiek vastgoed kansen biedt voor wie actief wil beheren. In 2025 ligt het gemiddelde rendement van beide dicht bij elkaar, maar het echte verschil zit in tijd, energie en stressniveau. En dat, geloof me, telt ook als rendement.

Misschien is het moment gekomen om jezelf die eerlijke vraag te stellen : wil je spelen voor de winst, of slapen met een gerust hart ?